Het vervolg van mijn zoektocht naar de winterbaars
Het was wel jammer dat ik nu de ontwikkelingen in december zoals bijvoorbeeld verandering van hot spots, is er nog schoolvorming, mate van agressiviteit niet zelf kon volgen maar dat is nu eenmaal niet anders. En ik hoef het zoeken ook niet te beperken tot deze winter, er komen nog wel meer winters, ga ik van uit.
4 januari
Voor het eerst fietsen naar de stad. Het voelde nog wat onwennig, weer een stuk fietsen en dan ook nog met in een hand de hengel en een hand om mee te sturen maar het ging eigenlijk wel goed. In het verlengde van mijn ervaringen eind november heb ik mij in eerste instantie weer gericht op de Oudegracht. Daar had ik een baars van een 25 cm en twee van rond de 20 cm. Mager resultaat dus. Ik sprak nog wel een kunstaasvisser die mij vertelde dat er nog steeds baars in de Oudegracht inclusief Baangracht gevangen werd, wel voornamelijk met de drop shot en Carolina rigs en langzaam vissend. Ze zitten er dus wel.
10 januari
Wel begonnen in de Oudegracht, maar toen geen van de oude hot spots daar succes opleverde, zelfs geen volgers, ben ik al snel doorgegaan naar de andere grachten. Eerst naar het Verdronkenoord maar ook daar geen succes. Vervolgens door naar het Luttik Oudorp. Dar had ik ter hoogte van restaurant de Koperen Pot een mooie baars vast van ca 35 cm die helaas op het laatste moment losschoot. Het zou ook de enige vis zijn die ik die dag te zien kreeg. Daarna ben ik nog langs het Waagplein teruggefietst, vaak tref je daar wel een of meer vliegvissers van de Poldervlieg aan. Deze keer was dat Nico die met de nimf ook tot dan toe die dag nog maar weinig succes had gehad. Voornamelijk kleine voorns en erg twijfelende aanbeten. Volgens Nico had hij samen met Marcel rond Oudejaarsdag bij het Waagplein en de Platte stenen brug nog mooie baarzen gevangen met… alweer de dropshot.
12 januari
Maar weer eens op de snoek met de streamer, deze keer in Heiloo Zuid. Ik had alleen al op een stuk waar ik anders zelden snoek vang in korte tijd 2 aardige snoeken van een cm of 60 en nog een losser. Voor wat ik van die vis kon zien, inclusief aanbeet en gedrag denk ik dat dat een baars was. 100 meter verder nog een snoek, nu iets groter.. In het begin van het meertje ving ik nog een snoek die iets groter leek, zo tegen de 70 cm. Hans kwam ook nog aanlopen, hij viste met de nimf en om zijn stekken niet te verstoren vis ik dan namelijk een meter of vijftig achter hem aan. Hij had tot dan toe nog maar een baarsje gevangen. We besloten om nu versneld het resterende en potentieel meest aantrekkelijke deel van de stek af te vissen. Opeens begon Hans te vangen op de nimf, niet groot maar wel een leuk aantal. Bij mij bleef het verder stil maar met vier snoeken in een paar uurtjes had ik geen reden tot klagen.
19 januari
Eigenlijk hadden waren we alle drie al lang niet meer in de singels gevist. In de winter is het meestal de polder, soms de grachten of het Kolhornerdiep. Er kwamen de laatste jaren ook niet echt positieve vangstberichten met betrekking tot de singels. Vreemd omdat stadsvissen in de winter op voorn zo`n 10 tot 15 jaar geleden juist voornamelijk om de singels ging. We kwamen zo twee uur `s middags bij de singels aan en het klinkt gek maar vanaf het eerste moment, na een blik op het water, had ik er geen vertrouwen in. Het weer was op zich prima, een graad of 7, bewolkt, wel bijna geen wind. Ik viste met kleine streamers, Hans en Ruard beiden met nimfen. We hebben de singel vanaf de Vondelstraat tot aan de molen van Piet en ook nog de Baangracht en een stukje Oudegracht afgevist maar geen van ons drieën heeft zelfs maar een aanbeet gehad. Je hebt van die dagen. Maar aan de andere kant zaten we nu wel lekker op tijd bij mij thuis aan de whisky. Er moest ook weer eens een nieuwe fles open en omdat Ruard een zachte malt wilde koos Hans voor een Speyside, The Glenrothes 12 years.
26 januari
Ik was in oktober al een keer naar de Beverkoog geweest maar toen had ik geen succes. Nu moest ik ook lang wachten op resultaat maar uiteindelijk had ik halverwege het hoge water (sommigen noemen het Bovenwater) en ten zuiden van het overstortje een snoekje van 65 cm die vlak voor mijn voeten de streamer pakte. Door ervaring, beter gezegd schade en schande, heb ik inmiddels wel geleerd om ook op de laatste meter wat ruimte in de lijn te laten en deze snoek zat dus goed gehaakt. Vis je de laatste meter met een strakke lijn dan is de kans groot dat de snoek te licht gehaakt is. Daarna nog een half uurtje door gevist maar tegen een uur of vier begon de pijp leeg te raken en vond ik het wel tijd terug te gaan in de wetenschap dat er ook nog een stuk tegen wind teruggefietst moest worden.
Wat wel opvalt is dat in het water ten noorden van het overstortje wat via een duiker doorloopt tot aan de Achterweg de laatste jaren door mij nog maar zelden snoek gevangen wordt terwijl in het verleden juist dat stuk meerdere snoeken en soms ook nog aardige baarzen opleverde. Maar waar voorheen dat water daar grotendeels doodliep, is er nu sprake van doorgang naar het nieuwe water, een plasje en wat vaarten in de nieuwbouwwijk ten zuiden van de spoorlijn Alkmaar Heerhugowaard en westelijk van de Achterweg. Zeker het plasje is door het riet niet altijd vanaf alle kanten bevisbaar, het maaibeleid is wat wisselend. Ik heb er overigens al wel de nodige snoekjes gevangen en zeker een keer een mooi exemplaar verspeeld. Dus wellicht is de vis die kant op getrokken, nieuw water is vaak aantrekkelijk en het eerder bedoelde stuk werd ook wel erg ondiep.
28 januari
Toch maar weer eens de stad geprobeerd maar nu dichter bij het centrum dus in het Verdronkenoord en Luttik Oudorp. Een niet te snel zinkende lijn waardoor ik mijn streamer heel langzaam en hopelijk dicht bij de bodem kon binnen vissen. Echter, ik ving niets na een heel stuk Luttik Oudorp, Verdronkenoord, Platte stenen brug, de Mient en als laatste het stuk bij het Biermuseum afgevist te hebben. Maar terwijl ik nog de vliegenhengel stond op te tuigen om op de eerste stek aan het Luttik Oudorp te beginnen met vissen kwam er een mij verder onbekende vliegvisser naast mij staan die met twee nimfjes (ik schat haakje 16)en een flinke beetverklikker aan de gang ging. Naar mijn smaak ging hij wel erg dicht naast mij staan, de code is toch over het algemeen zo dat je in de stad minstens een meter of 15 afstand houdt. Maar goed, ik heb het maar zo gelaten, ik was toch nog niet aan het vissen. Het viel mij wel op dat er bij mijn buurman amper sprake was van binnen vissen, de beetverklikker bleef praktisch de hele tijd op dezelfde plek, waarschijnlijk ook omdat er geen stroming of wind was. Hooguit werd door verslepen of opnieuw inwerpen de ligplek een klein beetje gewijzigd. De man ving echter wel maar hij moest wel reageren op minieme signalen van de beetverklikker wat hem een aantal keer een hele mooie voorn en een kleine brasem opleverde. Maar de klap op de vuurpijl (en voor mij een beetje de nekslag) was toch wel de laatste vis die hij ving na aan te slaan op een aanbeet die hooguit een trilling van de beetverklikker was. En dat was een dikke baars van zeker 35 cm !!! Aan het eind van de middag sprak ik hem weer, hij had een ander rondje gelopen, en bleek die plek ook de enige plek te zijn geweest waar hij wat noemenswaardig gevangen had. Voor mij was in ieder geval de conclusie dat ik in veel gevallen nog veel trager, grotendeels statisch, met de vliegenhengel zou moeten vissen wilde ik een kans maken op baars in de koude periode. En dat heeft dan niet alleen betrekking op het binnen vissen van de streamer maar ook de snelheid waarmee je jezelf verplaatst langs de waterkant. Dat betekent dus of vissen met een drijvende lijn, beetverklikker, lange leader, onverzwaarde streamer aan een zijlijntje en een loodhagel of warteltje op de punt (net als dropshot dus) of een snelzinkende lijn met een drijvende streamer aan een korte leader van een cm of 50. De eerste optie met de drijvende lijn is overigens ook al eens genoemd door Martien Boersen in de voorbereiding op de Snoekbaarschallenge in de Poldernimf herfst 2020. En voor beide technieken geldt dus in deze periode en minieme beweging van de streamer en lang op een plaats blijven staan. En dat plaatst mij dan wel voor een dilemma omdat voor mij dan wel voor een groot deel het dynamische wegvalt wat ik zo aantrekkelijk vind aan vliegvissen. Ik zal het zeker eens gaan proberen want ik ben wel nieuwsgierig of het werkt maar het zal mijn visserij niet worden vrees ik, hoe graag ik ook op baars vis. Maar wellicht wordt de baars eind februari/maart weer gretiger en kunnen de “normale” technieken weer van stal gehaald worden.
En met het vissen op vrijdag 28 januari heb ik de januarimaand afgesloten. Wat mij het meeste opviel was het resultaat van het streamervissen op snoek. Vorige winter kon ik met moeite een snoekje vangen, enkele dagen uitgezonderd. Dit jaar heb ik in hooguit 5 middagen hier rondom Alkmaar in totaal al 16 snoeken gevangen. Het is wel zo dat op een uitzondering na van 76 cm de meeste snoek zo rond de 65 cm lang waren maar een viertje gaat evengoed wel krom op dat formaat. Ook opvallend waren de vangsten op stekken die vorig jaar of zelfs al meerdere jaren amper of geen snoek opleverden en waar nu wel goed gevangen werd.
In het verhaal van Jan Spruit in de Poldernimf “De drie snoekjes” wordt ook zo`n plek beschreven, het Lage water van de Beverkoog. Ik vis daar al jaren niet meer. Er is op dat deel naar mijn smaak te weinig variatie in de structuur van het water maar zeker ook omdat ik in het Lage water in jaren al geen snoek meer gevangen heb terwijl ze er vroeger genoeg zaten. Hij slaagt er daarentegen wel in om in korte tijd op dat stuk drie snoekjes te vangen. Niet groot maar wel een belofte voor de toekomst.
Tip voor de snoekvissers onder ons
Wat dan nu misschien ook weer eens de moeite waard is om te proberen is het lage water wat aan de oostkant over de hele lengte van het bedrijventerrein van de Beverkoog loopt, parallel met het kanaal Alkmaar-Kolhorn. Smaller, meer variatie in de structuur en hier en daar plukjes riet. Je kan dat stuk weliswaar maar van een kant bevissen maar omdat je weinig last hebt van de bomen achter je is het geen probleem met je streamer de andere kant van het water te halen en door je lijn te menden die langs de overkant te laten lopen. Ik heb zelf ook het idee dat de meeste kunstaasvissers dat stuk vaak overslaan.
En dan nog even een update wat betreft het herstel na het herseninfarct op 1 december. Ik ben nu twee maanden verder en het herstel is nog gaande. De fijne motoriek, coördinatie tussen de vingers van de rechterhand gaat inmiddels al redelijk, al willen ringvinger en pink nog steeds niet goed los van elkaar functioneren. De grove motoriek, dat wil zeggen de coördinatie en kracht in bovenarm, onderarm en hand is ook al weer behoorlijk hersteld. Nog niet helemaal goed maar ik kan mij daar nu al aardig mee redden. Hooguit zal ik voor huis tuin en keukenklussen die op de korte termijn moeten gebeuren op zoek moeten naar een klussendienst. Voor mijzelf, het humeur van mijn vrouw en de kwaliteit van de klussen lijkt mij dat stukken beter. Op 4 januari heeft Marcel Piek mij nog geholpen door aan de waterkant weer de “puntjes op de i te zetten” wat betreft mijn werptechniek. Daarbij ging het mij dan om een check op automatismen die ik voor mijn gevoel na het infarct tijdelijk verloren had. Ik deed een aantal dingen inderdaad niet goed. Voor een groot gedeelte waren dat overigens “oude” fouten die er al jaren inzaten maar sommige fouten ontstonden ook doordat ik mij na het infarct de focussen op snelheid en coördinatie van de bovenarm bij zowel de achter als voorwaartse worp even weg was, handelingen die je normaal ”vanzelf” doet. Dat gaat nu al een stuk beter. Goede tips dus en nog bedankt Marcel.
Wat ik wel onderschat heb is de impact die een herseninfarct heeft op uithoudingsvermogen en kracht. Ik ging er van uit omdat ik geen chronische aandoening had of langdurig behandeling heb moeten ondergaan dat ik daar niet op ingeleverd had maar dat was toch niet het geval. Overigens hadden de behandelaars mij daarvoor wel gewaarschuwd maar ik dacht dat het wel mee zou vallen. Niet dus en ik heb moeten leren om inspanningen goed te verdelen over de dag en de week en desnoods `s middags een uurtje te gaan liggen. Dat was wat moeilijk accepteren maar ik heb mij er nu bij neergelegd in de gedachte dat het in deze mate wel tijdelijk is.
Dat tijdelijke geldt waarschijnlijk ook wel voor de andere beperkingen dus dit is dan meteen de laatste update die ik geeft over de voortgang van het herstel. Alle leden van de Poldervlieg nogmaals bedankt voor de ondersteunende mailtjes en telefoontjes.
- Raadplegingen: 627