Een schooltje stekelbaars
We gaan naar zuidwest Zweden in de regio die tegen Noorwegen aan ligt. We trekken langs drie kleinschalige vakantieparken en wat die gemeen hebben, is dat ze aan een groot meer liggen. Ook toevallig, zal je denken, maar dat is het natuurlijk niet. Hoewel het echt wel een gezinsvakantie is, vind ik het natuurlijk leuk om in de marge ervan te gaan vliegvissen. De kunst is dan om me te beperken tot wat er binnen handbereik is, zodat ik de verloren uurtjes kan gebruiken voor mijn hobby en er niet halve of hele dagen tussenuit ben.
En dus zie ik mij wel op die grote meren vissen. Maar hoe doe je dat in Zweden? Ik google wat rond en vind weinig specifieke informatie over het vliegvissen op die grote meren. En zonder voorkennis is het moeilijk te besluiten welke vliegen ik in mijn dozen bij me moet hebben. Dus zette ik onder Poldervlieg leden een vraag uit via whattsapp wie mij meer kan vertellen over goede vliegen voor de Zweedse meren. Daar kwam maar mondjesmaat reactie op. Advies in wat algemene termen zoals ‘ik zou het met kleine streamertjes proberen’. Dat had ik zelf ook al bedacht, maar met mijn vraag hoopte ik op veel preciezer advies. Welke streamertjes dan? Wooly buggers zoals we voor Baggelhuizen gebruiken? Of dat’ pluisje’ van Roland en Ferry dat we laatst op de club bonden? Of heeft de Zweedse forel trek in een heel ander menu?
Vooralsnog tastte ik in het duister en dus benaderde ik onze nationale Scandinavië-vliegvisexpert Erik de Noorman. Via Facebook stuurde ik hem dezelfde vraag als aan de club en tot mijn verbazing duurde het geen 10 minuten voordat ik antwoord kreeg. Erik adviseerde me droge vliegen, zoals Griffith Gnat, Klinkhamers en F-Fly, en tegen de avond sedge imitaties. Dat was goed ter herinnering, maar niet geheel onbekende informatie voor mij. Nog steeds had ik niets specifieks dat ik voor de meren absoluut in mijn vliegendoos moet hebben.
En toen bestelde ik wat bij Fly Supply en ontving ik een grote, redelijk zware doos hoewel mijn bestelling slechts uit wat haken bestond. De doos bleek voornamelijk gevuld te zijn met een ouderwets zware catalogus die slim ‘Magazine 2022’ was gedoopt. Ik reageerde er in eerste instantie wat verontwaardigd op, want daar gaat weer een ongelezen boekwerk zo de papierbank in, dacht ik. Toch bladerde ik er even doorheen, zag allemaal prachtige reels die ik nooit ga kopen en toen stuitte mijn oog op een artikel op de laatste pagina van het boekwerk. Daar hadden ze het ineens over de Zweedse meren! En het advies was duidelijk en heel specifiek: neem altijd een stekelbaars imitatie mee! Ik dacht: eindelijk, daar heb ik iets waar ik niet eerder aan dacht en las in het artikel:
Stickleback are among the most prevalent baitfish in fresh- and brackish water. There are several different species of stickleback, but in Northern Europe the most common one is the three-spined stickleback (Gasterosteus aculeatus), which grows to 11 cm and is predominantly olive-green and silver. A small perch will have difficulty inhaling a stickleback with flared spines. Big trout, however, have little trouble swallowing a stickleback, and since the’re rich in protein, relatively slow, and present in great numbers, resident brown trout keenly hunt them – especially during spring and summer.
Big trout... ik zag ze in gedachte al zwemmen, nee, in mijn stekelbaars bijten. Deze beschrijving was precies wat ik zocht: een patroon dat speciaal bedoeld was voor de meren waarop ik graag naar forel wil gaan vissen. Het artikel legde stap voor stap uit hoe je de stekelbaars bindt en ik zette me meteen achter mijn vice. Het bleek geen moeilijke vlieg te zijn, als je maar goede CDC veertjes hebt in zowel mosgroen als licht grijs of licht bruin. De truc is om de vezels van die CDC veertjes af te knippen, te mengen met wat glitter en er een dubbing mee te maken. Die werk je in een lus van binddraad en wikkelt die dan tot een body van achteren naar voren. Eigenlijk is dat alles en levert het een mooie stekelbaars imitatie op.
En zo bewoont nu een schooltje stekelbaars een van mijn vliegendozen. Rustig naast elkaar, in afwachting van wat er komen gaat. Op een mooie dag zwemmen ze weer vrij rond in het koele, doorschijnende water van een Zweeds meer, totdat.... een forel ze te grazen neemt. Die doos zal langzaam maar zeker gevuld worden met nog meer specifieke vliegen, hoop ik. En zo is mijn vakantie eigenlijk al in april begonnen, in gedachte en achter mijn vice.
- Raadplegingen: 620