Hoe een stekelbaars een forel vangt
Bart is eigenlijk altijd de initiator van dit evenement en dat is maar goed ook. Ik heb zelf een haat-liefde verhouding met Baggelhuizen. Het verlangen om een paar mooi, sterke regenboogforellen te vangen is erg groot maar de wetenschap dat ik net zo makkelijk zonder enige aanbeet te hebben gevoeld weer naar huis toe ga, is ook altijd aanwezig. Baggelhuizen geeft zeker geen vangstgarantie en, eerlijk is eerlijk, ik plan ook dit jaar weer het vissen in Baggelhuizen met een gemengd gevoel.
Op de dag waarop de meteorologische lente van start gaat, rijden wij al vroeg oostwaarts. De auto van Martien is volgestouwd met visspullen. Zelfs de bellyboot is mee en terwijl wij steeds dichter op de plaats van bestemming aankomen daalt de omgevingstemperatuur. Nauwlettend houden wij de buitentemperatuur op het display in de auto in de gaten. Min-vier en zo af en toe ijs in de sloten waar wij voorbijrijden. Maart roert zijn staart..
Na aankomst en warm onthaal door Ron in de vishut bij de forellenvijver gaan we het water in. Ik start met de squirmy wurm op een intermediate slow sinking lijn. Er verstrijkt anderhalf uur zonder aanbeet maar met genoeg activiteit van de vis. We zien veel forellen zwemmen en soms verjaag ik er per ongeluk een die opvallend veel aan de kant zit. Wat de vis doet, lijkt bijna op paaigedrag van wilde vis en dat is niet geheel onlogisch, omdat de meeste forellen die ik heb gevangen vol met kuit blijken te zitten.
Ik blijf geloven in mijn squirmy’s en swing-tail-damsels en vis grimmig door totdat Bart begint te vangen met een wit streamertje. Onder het motto “always join the winning team” switch ook ik naar dat patroon. In mijn vliegendoos zijn naast de witte wooly buggers een rijtje CDC Sticklebacks opgesteld. Ik kies voor de laatste en met verstijfde vingers van de kou bind ik het kleine streamertje aan de tippet (bindtip: zie het filmpje van Rasmus Pabst Ovesen op youtube). Het blijkt een goede keuze te zijn. Ik maak een verre worp parallel aan de oever. Deze eerste worp levert al meteen een snoeiharde aanbeet op. Dat brengt mijn adrenaline en dopamine weer op pijl. Dit smaakt naar meer! En al snel glijdt de eerste regenboogforel in mijn landingsnetje. Rond de klok van twaalf uur hebben we alle drie elk drie forellen gevangen. Het zijn fantastisch mooie vissen, prachtige kleur, sterk en gezond. De vissen zijn overlevers van vorig seizoen en uitzetting in het najaar. Edan moet de nieuwe uitzetting in maart nog komen. Aanbeten zijn hard en de dril is hartverwarmend.
Wanneer Bart en Martien even een broodje bal in de vishut gaan eten moet ik mijzelf nog losrukken van de waterkant. Ik was inmiddels meer richting de vogelput gelopen. Dat is een ondiepte aan de zuidkant van het meertje. Nog één worp en “hangen” en dat bleef maar doorgaan. Toen Bart terugkwam had ik inmiddels 9 mooie forellen gevangen waarvan de grootste 50 centimeter was. Het streamertje moet angstige momenten hebben meegemaakt daar in het water want een uur later had ik inmiddels 15 forellen geland. De Stickleback was inmiddels een van mijn favoriete streamertjes geworden en ik kan iedereen aanraden dit prachtige streamertje na te binden en altijd bij je te hebben.
Bart heeft in de middag nog leuk gevangen met de droge vlieg en streamers en ook Martien wist zijn vissen te vangen op verschillende vliegen zoals de snakefly en de wooly bugger. Ik heb met droge vliegen wat geprobeerd, maar uiteindelijk alles gevangen op het witte streamertje. Het was een hele mooie dag aan de waterkant, met opvallend goede resultaten. Dat op de terugreis bleek dat de afsluitdijk afgesloten was voor alle verkeer en dat we in totaal drie uur er over gedaan hebben om weer thuis te komen mocht de pret niet lang drukken. We hebben heerlijk gevist, en… gevangen!
- Raadplegingen: 490