Februari en maart, nog steeds niet veel gevist maar wel (iets) beter gevangen
En om op de titel van dit artikel terug te komen, eigenlijk gaat het “iets beter vangen” alleen op voor februari. In maart kregen we steeds vaker te maken met water wat te troebel was om nog met veel vertrouwen met de vlieg te vissen, zelfs niet met streamers in fluokleuren.
Februari ging echter wel wat beter. Hans ving op 6 februari in een klein poeltje in Langedijk een mooi snoekje van zo`n 75 cm op zijn bekende Hans streamer. Over de constructie van die streamer aan het eind van dit artikel meer. Wat opviel was wel dat het water aan de westkant van Langedijk, waar we begonnen met vissen, troebel tot zeer troebel was, maar dat na later in de middag verkassen aan de oostkant van Langedijk het doorzicht goed was. Overigens werd die snoek pas gevangen aan het eind van de middag en zagen we verder geen enkele activiteit van jagende snoek of witvis. En opvallend was ook dat ik eerst al dat desbetreffende poeltje uitgevist had, zonder resultaat, terwijl Hans die vlak na mij kwam betrekkelijk snel deze snoek ving. Was zijn streamer beter/aantrekkelijker dan die van mij, had ik de snoek “in de stemming gebracht” en plukte Hans daarna de vruchten daarvan of was de hoek waaronder hij de streamer langs/boven/onder de snoek binnen viste beter? Hans is namelijk linkshandig, ik ben rechtshandig en gezien de ruimte opzij en achter ons op die plek moesten we om veilig te kunnen werpen in verband met de bomen ieder vanaf een andere plek de stek bevissen. Er zijn dus redenen genoeg waarom de snoek bij Hans de streamer pakte en bij mij niet. Maar het was eindelijk weer eens vis, dus daar waren we beide al heel blij mee. Helaas mislukte de foto, de snoek bleef niet stil liggen en wij geven de voorkeur aan snel terugzetten van de vis boven een mooi plaatje. Het snel kunnen onthaken en dus retourneren van snoek was voor Hans ook de achtergrond van de constructie van zijn Hans-streamer.
11 februari hebben we nog maar weer eens de Zuidervaart geprobeerd, dat water en de omgeving is toch duidelijk meer polderachtig en dus aantrekkelijker dan het binnenwater van Langedijk. In Zuid Schermer was het water troebel met een stoflaag over het water. Wat noordelijker ter hoogte van de gasinstallatie was het water wel beter van doorzicht maar ook daar geen aanbeten, sowieso geen teken van leven in het water. Daarna doorgereden naar de Noordervaart bij Stompetoren maar op een enkele kolk van een jagende snoek na was het daar hetzelfde verhaal, geen aanbeten en op de ene kolk na geen teken van leven. Het was eigenlijk een teken aan de wand dat we die dag geen andere visser hebben gezien, het was notabene een zondag met schitterend voorjaarsachtig weer.
De 13de februari keerde het tij voor mij. Ik was gaan vissen in het water in de Huiswaard waarbij ik niet erg selectief kon zijn wat de stekken betrof, er was namelijk maar op enkele plekken gemaaid. Dus ook stekken die in het verleden nooit of zelden vis opleverden werden afgevist als daar het riet wel gemaaid was. De plek waar ik eerst begon was zo`n stek maar nu was het binnen een paar minuten raak. Een mooie dikke snoek van een cm of 80 greep mijn Flashy streamer met het flashabou als staart (zie mijn vorige bijdrage van december/januari) en een dikke rode kop. Die streamer deed het dus ook, wat maar weer aangeeft dat er met veel patronen goed snoek te vangen is. Voor de snoek maakt het blijkbaar niet zo veel uit, voor de vliegvisser vaak wel en dat is ook belangrijk want dat geeft vertrouwen. Gezien de takken en soms zelf halve boomstammen in het water moest ik de snoek wat stevig drillen maar ook met mijn 4tje lukte dat prima. Op de kant was de snoek daardoor rustig en dat gaf mij de gelegenheid een mooie foto te maken.
Op een clubavond gaf Martien ons de tip het nu vooral in de ondiepere stukken/uitlopers van het water te proberen, hij gaf aan dat de snoeken inmiddels die kant opzochten.Voor Hans en mij een reden om 20 februari de doodlopende en ook ondiepe uiteinden van de Zuidervaart en de Noordervaart op te willen zoeken. Het water was daar inmiddels redelijk helder maar met de harde zuidenwind was het werpen daar niet prettig en gezien de temperatuur het verblijf ook niet aangenaam. We zijn dus verkast naar Oost Langedijk, maar nu een ander stuk dan op 6 februari. En hier was het voor mij weer eens snel raak, al na een minuut of 10 haakte ik een snoek en na een niet te lange dril kon Hans de vis scheppen. Deze dame had de streamer (nota bene een Hans-streamer !!) wel diep genomen maar met de kieuwgreep en dankzij de lange kale haaksteel, waardoor ik met de arterietang goed grip had, kon de vis toch redelijk snel weer terug in het water. Exact gemeten heb ik daarom niet, maar langs de hengel was ze ruim 80 cm. Een foto maken heb ik ook maar overgeslagen, ik had voor dit stuk voor de Poldervlieg al een foto van een grote snoek en de vis was toch al weer langer op het droge geweest dan mij lief was. De rest van de middag nog even de hoeken en gaten afgevist en net op het moment dat we zouden stoppen haakte ik nog een snoek van iets minder dan 80 cm in zo`n onooglijk doodlopend stuk van een klein slootje. Deze snoek zag ik nu ook de streamer pakken en dat is toch altijd weer een prachtig gezicht. Hans was er snel bij om de snoek te scheppen, de haak zat mooi voorin dus deze dame kon ook snel weer zwemmen.
Wat zowel in de Zuidervaart, als in Langedijk maar ook in de Huiswaard opviel waren de grote takken tot soms wel 2 meter lang en 5 cm dik in het water. Ik heb enkele streamers daardoor verspeeld maar veel takken kon ik ook met enigszins beleid uit het water trekken (26/00 leader kan wel wat hebben). De takken zijn duidelijk het gevolg van de stormen in de afgelopen maanden en, ook al zal er wel veel geruimd zijn, er ligt nog genoeg. Bij het vissen is het soms wel lastig maar het zal ook wel voordelen hebben bv voor het afzetten van eitjes door vissen en het insectenleven onder water. Elk nadeel heeft zo zijn ……
Daarna een tijd niet gevist maar twee weken later, begin maart weer begonnen. Opvallend was hoe troebel de stekken na die twee weken geworden waren. In Langedijk was het water niet meer aantrekkelijk qua doorzicht, het water in het Diepsmeerpark was zo mogelijk nog erger. En week later had het water in de Zuidervaart en Noordervaart weliswaar meer doorzicht dan de bovengenoemde stekken maar lang niet goed genoeg. Bovendien alweer een koude en harde wind, veel anders dan de weersverwachting voor die dag beloofd had. De voortijdige gang naar de after-fishing borrel vonden we dan ook heel verantwoord. Ook het stadswater in de Huiswaard was begin maart qua doorzicht niet meer aantrekkelijk. Al die keren is er ook niets gevangen, ook geen teken van vis gezien. Uitzondering was een sloot aan de oostkant van de Beverkoog, parallel aan het kanaal Alkmaar Kolhorn. Op het eerste oog leek het water ook niet helder maar dat kwam door de donkere bodem. Tot bijna een meter diep waren de streamers goed te volgen. Ook hier geen actie tot het laatste kwartier toen we een snoek van ongeveer 70 cm de streamer van Hans zagen volgen. Helaas geen aanbeet, op het laatste moment schrok de snoek ergens van en vertrok naar de andere kant van de sloot. Vanzelfsprekend hebben we nog wel een tijd staan werpen over die plek maar zonder succes. Mogelijk was de snoek ook helemaal niet van plan aan te bijten en was het sowieso bij volgen gebleven.
We hebben in maart ook niet meer echt een mooie stek gevonden laat staan wat gevangen. Eind maart hebben we nog in het Kolhornerdiep gevist, maar geen aanbeet gehad, zelfs niet van mini baarsjes. Het water was ook behoorlijk gekleurd. Sowieso is het Kolhornerdiep als stek geen schim meer van wat het geweest is. Voor het vissen op vergelijkbaar water moeten we vrees ik verderop gaan kijken in de provincie. Wat nog wel een stek is die komende winter de moeite waard is om uit te testen is de haven in Broek op Langedijk. Nadat we in het Kolhornerdiep niets vingen hebben we namelijk daar nog een uurtje gevist. Ook niets gevangen maar het water was voor eind maart nog wel mooi helder. Vorige jaren hebben we daar in de koudere maanden baars en voorn gevangen, niet veel maar toch. Bovendien kan je daar van de noordkant en de zuidkant vissen dus je bent minder afhankelijk van de windrichting. Dit in tegenstelling tot het Kolhornerdiep waar je eigenlijk alleen maar lekker vist met een zuidelijke wind. Het bezoek aan de haven in Broek op Langedijk leverde mij ook nog wat extra op. We raakten in gesprek met een bewoner die in die omgeving op ganzen jaagt die op het grasland van de boeren foerageren en die ons vervolgens vol trots zijn jachthond wilde liet zien. Er was geen ontkomen aan, maar het was ook wel een mooi beest. Nu is het wel zo dat er inmiddels wat genuanceerder gedacht wordt over wat feitelijk de schade is die ganzen aanrichten en dat er schijnbaar ook heel andere belangen een rol spelen. Ik weet echter te weinig af van die materie dus ik heb belangstellend het verhaal van die bewoner aangehoord en werd uiteindelijk nog verblijd met vier ingevroren ganzenhamburgers. Geen vis wel vlees dus.
In de laatste week van maart hebben we voor het eerst sinds lange tijd weer eens samen met Ruard gevist in het water parallel aan de Westelijke randweg en daarna nog in het water bij de Vroonermeer maar in beide wateren zonder succes. Dat is inmiddels ook wel symptomatisch voor het vissen in maart en eigenlijk ook april, het is gewoon lastig een visje te vangen al kan je soms geluk hebben en toch net weer een schooltje actieve voorn vinden. Het blijft echter een periode van zoeken, veel stekken afvissen met een grote kans op een “blank”.
En nu dan wat betreft de streamer van Hans. Kenmerkend is het gebruik van een langstelige haak 4/6 en het materiaal van de streamer wordt ingebonden op hooguit 1 cm vanaf de haakbocht. De rest van de haaksteel blijft gewoon kaal (bovenste streamer op foto). Hij is daarmee begonnen in de hoop daardoor snoek vooral voor in de bek te haken. De kieuwgreep om een diep zittende haak te verwijderen is namelijk niet helemaal zijn ding en de lange kale haaksteel maakt het makkelijker om de haak te verwijderen. In combinatie met een lange staart komt dat in veel gevallen ook uit en zit de Hans-streamer bijna altijd voor in de bek van de snoek. Zelf gebruik ik juist een kortstelige haak 4/6 met een kop net zo lang als de haaksteel maar ook een staart die minstens 3 en soms 4 maal zo lang is als de haaksteel (middelste streamer op foto). Ook bij mij zit de streamer bijna altijd voor in de bek al is het juist de kleine snoek tot 30 cm die de streamer nog wel eens diep neemt. Vervelend want bij zulke kleine snoekje is er geen ruimte om de kieuwgreep toe te passen met als gevolg dat juist die exemplaren mij vaak bloedende vingers opleveren. Maar over het algemeen kunnen we snoek zonder verwondingen of bloedingen in de bek of de kieuwen snel weer retourneren en dat is voor het behoud van de vis wel zo prettig. En elke bloedende vis is er een te veel. En als we dan eens een snoek missen of er schiet er een los doordat de staart te lang was en de haak daardoor niet goed gezet kan worden, het zij zo. En overigens gebeurt dat maar zelden. Het idee om de haakbocht te plaatsen op ongeveer 1/3 van de streamer komt overigens nog uit een artikel van Paul Blokdijk in de Nederlandse Vliegvisser waarin hij aangaf dat snoek meestal de prooivis op 1/3 vanaf de kop greep.
Op zich is dus het verschil wat betreft het weidelijk haken tussen de streamer van Hans en die van mij niet zo groot. Voordeel van zijn bindstijl is wel dat je de streamer, al dan niet met de arterietang, makkelijk bij de kale haaksteel kan pakken en verwijderen, zeker als de streamer toch een keer diep zit. Een klein nadeel is dat zijn streamers door de lange haaksteel meer ruimte innemen in je vliegendoos waardoor er minder streamers in kunnen. Voor mij is dat eigenlijk ook wel weer een voordeel. Mijn doosje met streamers heb ik gewoon in mijn visjack maar ik heb de neiging die zo vol te proppen dat een streamer pakken zonder dat er een of twee op de grond vallen erg lastig is. Ik heb ook altijd veel meer streamers in het doosje dan nodig, meer dan twee streamers per dag verspelen heb ik nog niet meegemaakt en de meeste visdagen verspeel ik niets. Met de streamers van Hans heb ik nu meer ruimte in mijn vliegendoos dus ik heb nu ook een aantal streamers gebouwd met een combinatie van beide stijlen streamers, HAFRI streamers dus (onderste streamer op foto).
Wat wel nog een eigenaardigheid is van de Hans-streamer is de actie, ze hebben een uitgesproken zaagtandbeweging in het water en dat kan soms aantrekkelijk zijn. Baars is daar over het algemeen zeker gevoelig voor dus er komen ook enkele van dat soort streamers, weliswaar in een kleinere maat, in mijn doosje voor het Alkmaardermeer.
De komende maanden mogen we helaas alleen maar met vliegen vissen die kleiner zijn dan 2,5 cm. Ik blijf natuurlijk wel vliegvissen maar ik vind april en mei daarom niet de meest interessante tijd. Verwacht van mij dus over die periode geen verslag. Wel zal ik rond de opening van het streamerseizoen, 26 mei, met een stukje komen over hoe ik het ultra licht streamervissen op snoek invul.
En tot slot, de whisky van februari en maart? Dat was een Ledaig single malt 10 jaar oud van het eiland Mull. Zoals een whisky van de eilanden betaamt invloeden van jodium (maar niet veel) maar ook wat fruitigs. Alcohol gehalte is 46,3 % en dat proef je ook wel maar wat water doet ook wonderen. Inmiddels is de fles leeg dus Hans mag weer de whisky voor de komende twee maanden uitkiezen.
- Raadplegingen: 251