Karper op de vlieg

In de tijd die een beetje ingeklemd zit tussen de seizoenen kan je goed op karper vissen. De begroeiing op de oever en onderwater is nog niet te weelderig dat het je in de weg zit en karper verzamelt zich om te paaien maar ook om zich te voeden. Vaak zijn ze uitbundig aanwezig en verklappen daarmee luidruchtig hun aanwezigheid. De verleiding wordt dan groot om te proberen ze te vangen. Maar kan dat ook met een vlieg?

Met de vlieg op karper vissen is nog niet zo lang populair in Nederland. Misschien komt dat omdat de imitaties waarmee gevist wordt echt niet lijken op een vlieg of zelfs niet op een aasvisje. Maar sinds een paar jaar lees je op social media steeds meer over het vliegvissen op karper en plaatsen de influencers en andere actieve vliegvissers foto's van het ene specimen exemplaar na het andere. Zelf ben ik pas sinds afgelopen jaar op karper gaan vissen, dus echt deskundig kan ik me niet noemen. Maar van die paar pogingen heb ik al wel wat geleerd en met wat naslagwerk ontstaat een grof beeld hoe het kan werken.

Les 1: vis gericht en op zicht. Het heeft namelijk geen zin om zo maar je ‘vlieg’ in het water te werpen en te wachten tot er ongezien een karper op reageert. Dat zal ook niet gebeuren. Vliegvissen op karper is een actieve sport: je loopt, zoekt, spot er een of meer en werpt die aan. Dat laatste doe je voorzichtig en anticiperend: je plaatst de ‘vlieg’ daar waar je denkt dat de vis binnen enkele seconden zal zijn en kan azen. Spot je geen karper meer, dan loop je door.

Les 2: boyancy is alles. Daarmee bedoel ik dat de plaats van je ‘vlieg’ in het wateroppervlak bepalend is voor je vangstkansen. Kijk en beoordeel hoe de vis aast en pas de plaats in het water van je ‘vlieg’ aan, van in het oppervlak tot net eronder of boven de bodem. Zorg er ook voor dat je ‘vlieg’ niet wegzakt in de modder want dan zal de kans dat de karper je ‘vlieg’ vindt ook afnemen. Ikzelf bind een strookje foam in bij mijn ‘vlieg’, test ‘m dan op locatie en knip dat foam bij naargelang de diepte waarop ik op dat moment wil dat mijn ‘vlieg’ zich plaatst. Dit heb ik geleerd dankzij uren vissen met de conclusie dat ik niets ving omdat ik vooral op de verkeerde diepte bezig was…

Les 3: vis met wat vangt. Klinkt ook vanzelfsprekend en zoals het algemeen geldt met vliegvissen: kijk goed waar de vis naar aast en pas je vlieg daarop aan. In deze periode van paai azen veel karpers op de eitjes die worden afgezet. Dan is een zalmeitje een goede keuze om mee te vissen. Maar in andere periodes pakken ze liever een nabootsing van een broodkorst op het water. Op sommige vijvers zijn ze daar juist aan gewend. En hoewel ik recent enig succes had met zalmeitjes, ving ik toch mijn grootste karper op een bloedworm imitatie die echt heel aantrekkelijk werd gevonden, gezien de meerdere aanbeten die ik erop kreeg.

Les 4: vis niet te licht. Karper heeft echt een enorme kracht die veel meer kan zijn dan die van de gemiddelde forel op Baggelhuizen of de Ronde Bleek. Eenmaal aan de haak raast de vis er als een tractor vandoor, het liefst naar het eerste obstakel in het water waar hij zich kan verbergen. Dan moet je de karper kunnen manoeuvreren daar weg te blijven en niet te lang over de dril te doen, omdat je hem anders te veel uitput. Ik begon zelf met een aftma 5 hengel, maar na mijn eerste karper en veel te lange dril, ben ik snel overgestapt op een aftma 7 hengel. En wat onderlijndikte betreft vis ik niet met minder dan 22/00 fluorcarbon.

En zo ging ik met deze vier lessen op zak naar een vaart in het buitengebied van Bergen waar elk jaar de karpers zich verzamelen om te paaien. Het water kleurt er koffiebruin van de woelende vissen. Soms zijn ze in grote aantallen druk bezig in de oever. Dan paaien en azen ze alsof het een onderwater festijn is. Kleine en enorm grote exemplaren zwermen door elkaar heen, verdwijnen plotseling en gaan dan weer vurig verder in een andere deel van de vaart. Ik heb er nu twee avonden gevist, eerst met een aftma 5 hengel en telkens met een zalmeitje. Het resultaat was tot nu toe vrij mager met meerdere aanbeten zonder de vis te haken en twee of drie lossers waarbij de haak tijdens de dril losschoot. Vandaag vis ik met mijn Onki aftma 7 hengel en een bloedworm imitatie die ik precies in het water kan laten drijven door de hoeveelheid foam aan te passen. Het is een mooie avond maar er staat wel enige wind, wat het plaatsen van de vlieg tussen de oever en het schrikdraad dat op paaltjes in het water staat niet gemakkelijk maakt. Precisie casting beheers ik nog niet helemaal, maar gelukkig lukt het meestal wel om de vlieg goed weg te zetten. Ook kan ik de vlieg aan de overkant over het schrikdraad heen werpen om daar exact in de oever te vissen, waar ik de karpers zie ronddraaien. Het duurt niet zo lang of ik zie mijn vlieglijn wegtrekken maar kan de vis niet haken. Blijkbaar heeft hij de vlieg eerder uitgespuugd dan dat ik de haak kan zetten. Dus dat kan ook nog.. Even later haak ik wel een flinke vis maar die los ik weer na enkel seconden. Mijn bloeddruk is inmiddels flink gestegen. Dan zie ik mijn lijn weer weglopen en haak de vis. Deze keer is het raak en zit ik de haak stevig in de bek. Een lange dril volgt, want telkens als de vis mij nadert, ziet hij mij als hij zijn kop boven het water uitsteekt en raast er dan vandoor. De liefde is overduidelijk niet wederzijds. Na zeker tien minuten lukt het mij om de karper over een stuk slaphangend schrikdraad in mijn net te manoeuvreren. Het is een prachtige vis van gemiddeld formaat. Snel neem ik een foto en laat hem weer terugglijden in het water.

En zo heb ik er toch weer een leuke toepassing van het vliegvissen in onze omgeving bij. Karpers genoeg ik de polders rondom Alkmaar en juist in deze periode is het een hele mooie visserij. Actief, niet gemakkelijk, maar heel opwindend als het je lukt om de juiste combinatie tussen je kennis van visgedrag, omgeving en techniek te vinden. Aan het eind van je lijn zit dan wel geen echte vlieg, maar in alle andere aspecten is dit toch echt vliegvissen zoals het bedoeld is.