Skip to main content

Vliegvissen op zeebaars, vergroot je kansen

| Bart Steenhuijsen | Blog

Als je zeebaars met de vliegenhengel vanaf de kust wil vangen, moeten er een aantal zaken wel kloppen. Dat is typisch voor de visserij op zeebaars: de elementen, zoals weer en getij, en techniek moeten goed op elkaar afgestemd worden, anders nemen je kansen op vangst enorm af. In volgorde van belangrijkheid heb ik een aantal zaken op papier gezet die de vangsten, volgens mij, in positieve of negatieve manier kunnen beïnvloeden.

No. 1: Drukte op en aan het water.

In de vele jaren dat we met de boot op zee achter de zeebaars aanzaten, ontdekte we door schade en schande dat de baars extreem gevoelig is voor motorgeluiden en invloeden van buitenaf. We gingen het liefst voor anker met doodtij en wachten tot de stroom erin kwam, totdat de baarzen gingen jagen. Had je het geluk dat je ongestoord het getij zo uit kon vissen, dan kon je megavangsten maken, maar als je de pech had dat er een andere boot nieuwsgierig naar je toe kwam varen, dan waren de vangsten gelijk veel minder en kon je meestal beter vertrekken naar een andere stek. Deze gevoeligheid voor geluiden geldt zeker ook voor het vissen langs de kust. Wordt er veel gevaren met boten of jetski's,  dan jagen de baarzen minimaal en verblijven ze in dieper water. Dit geldt ook voor menselijke activiteiten langs en in het water. De beste tijd om op de zeebaars te vissen als de stranden vol liggen met mensen en er veel wordt gevaren, is in de late avonduren, de nacht en de vroege ochtenduren.

No. 2: Het getij

De zeebaars is een vis die stroming nodig heeft om te gaan jagen. Is het doodtij op zee dan staan ze bijna altijd zoals de Noren dat zeggen ‘in de uit stand’. Met het opkomende water wanneer de stroom op zijn hardst is, wordt er veel voedsel meegevoerd waar de baarzen op jagen. De vis komt dan ook in de laatste uren van het opkomende getij het dichtst onder de kant en is dan het best met de vliegenhengel te bevissen. De stroming is in elk getij en elke periode niet gelijk. Per dag is er twee keer een opkomend en een afgaand getij. Het vroege opkomende getij is meestal het sterkst: dit kan je zien op de getijdengrafieken van bijvoorbeeld Wizuki. Voor de visactiviteiten is het sterkste getij het beste. Dan is er nog de invloed van de maan op de getijden. Rondom volle maan en rondom nieuwe maan heb je springtij en dat is het getij met de sterkste stromingen. Het is rond springtij daarom dat je topperiodes kan meemaken. Het meest vruchtbare getij voor vliegvissen vanaf de kust is meestal de laatste uren opkomend en de eerste paar uren afgaand water.

wizuki.jpeg

No. 3: De wind

Een beetje wind is niet verkeerd, maar als de wind uit het westen waait en meer is dan windkracht 3 kan je het vliegvissen langs de Hollandse kust wel vergeten. Dan zal  je je toevlucht moeten zoeken naar bijvoorbeeld havengebieden waar vaak nog wel een luwe plek te vinden is. Het is algemeen bekend dat de zeebaars een liefhebber is van de branding. De baars jaagt graag door en voor de branding om voedsel te vinden die gedesoriënteerd raakt door de hoge golven. Vliegvissen in de branding is bijna niet te doen vanwege de wind, omdat de golven veel te veel vat hebben op de vliegenlijn. Door de hoge golven vind ik het bovendien te risicovol voor mezelf en ik raad het daarom niet aan dit te gaan proberen. Wel kan een beetje wind en branding over bijvoorbeeld een strekdam een heel positief effect hebben op de vangsten.

windfinder.jpeg

Samenvattend zijn de ideale omstandigheden wat de elementen betreft dus:

  • Vissen in de laatste daglichturen en vooral bij het krieken van de dag.
  • Opkomend getij en de eerste uren afgaand bij het sterkste getij in de springtij periode en een klein beetje branding.

Je zal wel altijd concessies moeten doen omdat het bijna nooit voorkomt dat alles perfect is, maar als ik het van tevoren weet dat het sloom getij is met weinig verval, dan weet ik ook dat het erg lastig wordt een paar baarzen te vangen.

No. 4: Obstakels

Obstakels in het water in de vorm van strekdammen, havenhoofden en wrakken zijn de plekken waar zeebaars graag zijn voedsel vindt. Prooivissen, garnalen en krabben komen daar graag en in de sterke stroming raken zij in de problemen zodat ze voor de zeebaars een makkelijke prooi zijn. Als je bijvoorbeeld bij hoogwater voor een strekdam staat, kan je als je goed kijkt, soms de baarzen over de dam zien jagen. Dit laat wel zien dat je niet heel diep hoeft te vissen om ze te kunnen vangen. De baarzen jagen voornamelijk rondom en over de dammen heen tot bij hoogwater soms in de kom van de dam.

No. 5: De vliegen

Ik gebruik meestal niet te grote streamers die met een afma 6 of 7 hengel goed te werpen zijn. De Levski deciever en de Gotcha zijn streamers waar ik veel mee vis. Ik maak mijn streamers onverzwaard, maar verzwaard voor als de vis wat dieper zit. Ook de verzwaring zorgt er voor dat de vlieg een jiggende actie krijgt die net genoeg kan zijn om de vis tot bijten te verleiden. De kleur van de vlieg kan bepalend zijn voor de vangst. Ik vang bijvoorbeeld met een zwarte streamer meer vis in de donkere uren dan met een witte streamer. De grootte van de meeste streamers die ik gebruik is tussen de 5 en 12 cm. Verder knoop ik al mijn vliegen met de rapala knoop aan mijn onderlijn om zo veel mogelijk bewegingsvrijheid te geven aan de vlieg.

klein gebruikte vliegen

No. 6 Hengels en lijnen

Ik gebruik meestal een 9 ft afma 6 of 7 hengel en daarmee kan ik mijn vliegen goed wegzetten. Meestal gebruik ik een intermediate vliegenlijn, soms een zinkende en een heel enkele keer een drijvende lijn. De vis zit binnen de werpafstand van de vliegvisser niet diep en komt de vlieg wel halen van een paar meter afstand als hij hem hebben wil, vandaar dat ik meestal een intermediate lijn gebruik. Als leader gebruik ik drie meter 30/00 fluorcarbon, dit is slijtvaster i.v.m. beschadigingen door bijvoorbeeld mosselen dan nylon, en tevens ziet de vis de lijn veel minder snel.

kleiner20240724 143134

No. 7: Extra tips

Blijf niet te lang op een plaats hangen. Zeebaars zwemt vaak met meerdere vissen bij elkaar en als jij ze niet vangt kan het 100 meter verder heel anders zijn. Wissel regelmatig van vlieg en probeer de vlieg zo natuurlijk mogelijk door het water te laten gaan. Ik strip de vlieg meestal snel binnen, maar varieer wel daarmee; in helder water kan heel snel strippen net de trigger zijn om vis te vangen.

Aan de Hollandse kust heb je vanwege weersomstandigheden niet veel visdagen die gunstig zijn. Laat dat je niet weerhouden te gaan vissen als de bovenstaande zaken minder gunstig zijn. Vliegvissen vanaf de kust gaat niet alleen om vis vangen, helaas komt het ook voor dat je geen vis vangt. Wisselende omstandigheden, de paaitijd, een andere voedselvoorkeur zijn daar vaak debet aan en soms zit er gewoon geen vis. Maar ook als je niks vangt: de beleving aan het water, het genieten van elementen, de bruinvissen of zeehonden die regelmatig langs zwemmen en de sterntjes die zo af en toe een visje vangen: daar doe je het toch ook voor.

20240817 082902

Lid worden?

 Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.