Skip to main content

Gelukkig heet het vissen, niet vangen….

| Bart Steenhuijsen | Blog

Waar we eind juli nog een verbetering in de vangsten zagen, niet zozeer in aantal maar wel het formaat van de baars, ging het in augustus en september alleen maar slechter met de laatste visdag op het Alkmaardermeer. Met 7 oktober wel als dieptepunt.

Er werden na 1 augustus slechts op enkele dagen een of meer mooie baarzen (30-35 cm) gevangen, maar wel vaak nog veel klein spul, hooguit maats. En dat beeld verschoof de laatste weken steeds vaker van alleen nog veel kleine baarzen tot nog maar enkele kleine baarzen. 7 oktober, de laatste bootjesdag, ving Hans nog een snoek van ca 70 cm en had hij twee lossers waarvan een keer waarschijnlijk ook snoek. Ik had helemaal niets, volgens mij was dat mijn eerste blank vanuit de boot in 14 jaar!!!!

In die periode vielen echter ook twee visdagen af. Een daarvan omdat we nog tijd nodig hadden om de kavels voor de veiling van de nalatenschap van Ruard gereed te maken en een omdat de wind te hard was om met de boot weg te gaan. Die dag zijn we naar de Schermer gegaan. In Zuid Schermer haakte Hans bij de brug een miniem voorntje en ervan uitgaand dat er daarvan meer zouden rondzwemmen zou er ook baars in de buurt actief moeten zijn. Niet dus. Later in de Noordervaart bij Stompetoren zag ik groepjes kleine baarsjes (en af en toe maats) die wel mijn streamertje van 4 cm voelbaar aantikten maar niet bleven hangen. Omdat ik vermoedde dat een kortere staart misschien wel zou werken, bond ik een grote Red Tag nimf op een langstelige haak 6 aan. Dat hielp echter ook niet. Dat patroon werd door Paul Blokdijk (in het boekje Vliegvissen in de Lage landen) beschreven als zijnde de favoriete baarsvlieg van Leon Godijk die, weliswaar in een kleinere maat (langstelig 8-12), daar grote baarzen mee ving in de havens van de Randmeren en de IJssel. Overigens is bovengenoemde VNV uitgave nog steeds interessant, zeker (maar niet alleen) voor de beginnende vliegvisser. Dat geldt ook voor de VNV uitgave “Negen Vliegen”, ook van Paul Blokdijk. Na mij ging Hans op dezelfde plek met twee kleine nimfjes aan de gang en die ving wel een aantal kleine baarsjes. 20 meter verderop probeerde ik nog even een andere stek en daar ving ik wel een maatse baars en deze had nu eens voor de verandering de Red Tag wel diep genomen.

cccvliegen

Het patroontje voor de baarsvlieg die mij eind juli nog een mooie visdag bezorgde heeft zijn vangkracht daarna niet meer bewezen. Het was op zich ook niet zo`n revolutionair patroon, maar de wijze van inbinden van marabou of craft fur voor de staart zoals Hans dat deed vond ik voor de kleinere streamers tot 7 cm op haakje F314 6 – 10 toch wel een verbetering. Grofweg komt het erop neer dat je de toef materiaal, die je anders voor de staart zou inbinden, nu verdeelt over 4 dunne toefjes en die opvolgend en “dakpansgewijs” richting haakoog inbindt. Het bevordert de beweeglijkheid van de staart en heeft ook nog een positieve invloed op de presentatie als je met lichte vliegenhengels vist (#3 -4)

Ik heb ook nog geprobeerd om voor die bindstijl 100 % Angelhair en Flashabou in te zetten maar die materialen bleken uiteindelijk toch minder beweeglijk dan marabou of craft fur. Een paar draadjes Angelhair of Flashabou bij bovengenoemde bindwijze is wel weer attractief (in ieder geval voor ons vliegbinders) maar doe dat wel spaarzaam.

We hebben het nu wel over de vliegen die we gebruikten maar als ik eerlijk ben, een niet onaanzienlijk deel van de baarzen en baarsjes, zeker de laatste maand, ving ik aan een plugje. Natuurlijk, aan een lichte vliegenhengel # 4 grote baarzen vangen vinden Hans en ik het leukst maar het Alkmaardermeer is erg groot en dan is het soms erg zoeken naar een school baars, zelfs voorheen in de tijd van de grote vangsten. Ons enige hulpmiddel daarbij is, en dan nog alleen in de laatste jaren, Navionics (GPS voor diepteaanduiding) maar we gebruiken geen fishfinder. Om dan toch op stukken die aantrekkelijk zouden kunnen zijn uit te zoeken of er inderdaad ook baars zit is een plugje toch wat handiger. Je werpt verder, zeker ook tegen de wind in. Ander voordeel is dat je bij een groot verschil in diepte makkelijker snel een plug met een andere duikdiepte inzet dan dat je van type zinkende lijn wisselt.

cccplug

Het meest gebruikte plugje heeft overigens wel een Poldervlieg geschiedenis. Zelf ontdekte ik het plugje in een soort “Winkel van Sinkel” tijdens een vakantie op Funen, toen nog onder de naam Innovative Lures. Ze waren niet eens zo duur en het leken mij prima baarsplugjes. Dat dachten een aantal andere leden van de Poldervlieg blijkbaar ook, ik deed dus in Denemarken een collectieve bestelling en ons voormalig clublid Mark Kiewit nam ze mee op terugreis van een jachtvakantie in Noorwegen. Twee handenvol en hij had geen kleine handen.

De namen van de desbetreffende clubleden zal ik niet noemen, niet iedereen wil dat bekend wordt dat hij ook met plugjes vist en dus niet alleen met de vliegenhengel.

Kort daarop kwam Spro uit met een identiek plugje, nog iets goedkoper maar belangrijker, in mijn favoriete kleur namelijk Fire Tiger. Het plugje op de foto bleef dan ook het hele bootjes seizoen in gebruik, wel met staaldraadje want ook snoeken zijn er gek op. De snoek die Hans ving op de laatste dag kwam ook op dit plugje. Overigens ook met enkele haak, ik heb vier jaar geleden al mijn kunstaas voorzien van de daarvoor speciale ontworpen enkele haken met plat geknepen weerhaak.

Wat dit jaar, net als vorig jaar, erg opviel was dat bijna alle baarzen voor in de bek gehaakt waren, maar zelden was er sprake van “er zwaar over heen gaan”. Bewijzen kan ik het niet, maar ik heb toch het idee dat het ontbreken van voedselnijd de belangrijkste oorzaak is. Dat kan betekenen dat er geen sprake is van concurrentie(dus geen grote schoolvorming van de baars) of een ander voedselpatroon. Bij de jacht op rivierkreeften of grondels is het aasgedrag van de baars waarschijnlijk anders en onderling minder concurrerend dan bij het jagen op een schooltje prooivis.

De helderheid van het water in het Alkmaardermeer wordt de laatste jaren ook steeds minder maar dit jaar was het soms erg zoeken naar plekken met een redelijk doorzicht. Het effect van de granulietstorting in het noorden van het Alkmaardermeer was de laatste maand ook goed merkbaar, er lag een grijze waas in de bovenste laag van het water.

Maar inmiddels is de boot uitgeruimd en een deze dagen zal ze wel op de kant gezet worden. Volgend jaar in mei gaan we weer eens het water op en het plan is om dan ( in de < 2,5 cm vliegen periode) de rietkragen in de Dodde en het Limmerdiep te gaan verkennen op de aanwezigheid van rietvoorn. En dan voor de zekerheid naast de vliegenhengel ook met een paar witbroden en een vlokhengeltje. Als je dan toch nog niet met een streamer mag vissen, dan gooien we de remmen maar los!!!

Ik beschreef al eerder de activiteiten rondom de nalatenschap van Ruard door Hans en mij. In juni kregen we ook nog te maken met de grote hoeveelheid boeken van Ruard. Dat, in combinatie met de omvangrijke verzameling nagelaten hengelsportmateriaal, zette ons toch ook wel aan het denken over onze eigen collectie hengelsportmateriaal en boeken. Onder andere heeft dat ertoe geleid dat we grotendeels onze en Ruard `s niet-vliegvisboeken verzameld en afgestaan hebben aan de Boekentuin (een niet-commerciële boekhandel) in Alkmaar. Bij het inventariseren kwam ik het boekje “Honderd Handigheden voor de Hengelaar” tegen van de schrijvers van Onck en van Beurden, ik schat uit eind vijftiger jaren van de vorige eeuw. Op de allerlaatste bladzijde stond een visrecept van de heer C.J.Stolk uit Heiloo, oftewel ons overleden clublid Joost Stolk. Voor de nieuwe leden van de Poldervlieg, Joost Stolk is inmiddels overleden maar was erelid van onze club, is voorzitter geweest van de VNV en de Poldervlieg, een begenadigd splitcanebouwer en dus ook een voortreffelijke kok. 

cccrecept

En natuurlijk hadden we ook nog tijd voor het ritueel van het glaasje whiskey na de visdag. Al is er in die periode ook een dag geweest dat het overdag zo warm was dat bij uitzondering een koud pilsje de voorkeur kreeg. Voor oplettende lezers, whiskey deze keer met een e, want deze maanden was het voor het eerst de beurt aan een Ierse single malt, namelijk de Bushmills 10 years old. Ik moet wel zeggen dat, alhoewel ik de Ierse blended whiskeys steeds meer de voorkeur geef boven de Schotse blends, ik het in de Ierse single malts nog niet erg kan vinden. Ik vind de nasmaak vaak te sterk, weliswaar niet peaty maar eerder scherp. Dit lukt mij bij de Schotse single malts weer beter. De Bushmills single malt is echter een zachte, fruitige malt. Vooralsnog zijn daarom voor mij deze Bushmill single malt 10 years old en ook nog de Redbreast 12 years old single malt wel de lekkerste Ierse malts. 

cccwhisky

Kanttekening daarbij is wel dat het aanbod aan Ierse single malts in Nederland beperkt is in vergelijking met Schotse single malts. Dit, terwijl er in Ierland veel meer single malts beschikbaar zijn. In 2016 vloog ik met Hans en Ruard en eerdergenoemde Mark Kiewit`s middags terug vanuit Dublin. We hadden ruimschoots de tijd voor vertrek en dat kwam goed uit want in de vertrekhal stond een stand met tientallen, allemaal voor mij onbekende, Ierse single malts. Proeven stond vrij en werd naar goed Iers gebruik ook aangemoedigd. Ik heb lekker geslapen in de vliegreis naar Amsterdam!!!. 

Maar de fles Bushmills is leeg en het is aan Hans om weer de single malt voor de komende twee maanden te selecteren.

En nu is het ook weer de tijd om vanaf de kant in deze ongetwijfeld koudere maanden de streamers te water te laten. De grootste baarscompetitie loopt nog steeds en ik hoop dat, nu er dus weer meer met streamers gevist zal gaan worden, ook eindelijk eens die baars groter dan 30 cm gevangen gaat worden.

Voor het reglement en de duur van de competitie verwijs ik naar het eerder dit jaar door mij aangeleverd artikel ”Belofte maakt Schuld” op de site van de Poldervlieg.

Lid worden?

 Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.